De Doop met de Heilige Geest

Chinese – Dutch – EnglishRomanianRussianSpanish

De doop met de Heilige Geest is een hele belangrijke, in feite cruciale, gebeurtenis in het leven van iemand die gelooft in de Heer Jezus Christus.

Net als met zoveel of misschien wel alle leringen en getuigenissen uit de bijbel, heerst rondom alle aspecten van deze leer, enorm veel verwarring. Kwaadwillende mensen en mensen die de bijbel niet begrijpen, gebruiken haar ten behoeve van hun eigen ondergang. Deze mensen ontvangen de Heilige Geest van God helemaal niet, of ze ontvangen andere geesten uit het duistere rijk, terwijl zij denken dat zij de Heilige Geest van God ontvangen hebben.

Met de doop met de Heilige Geest komt ook de doop met vuur.

Het spreekt voor zich dat die andere geesten vals zijn. Er bestaat een valse Heilige Geest. Deze religieuze geesten veinzen aanbidding en prijzing en verleiden mensen door hen het idee te geven dat ze dichter bij God zijn gekomen; zij geven deze mensen allerlei aangename gevoelens, emoties, valse gaven zoals visioenen, tongen, profetieën, wijsheid, overdragen van kennis, geloof, genezing, wonderen. Al deze gaven bestaan echt, maar ze kunnen ook nagebootst worden.

Naast deze bedrieglijke geesten zijn er vele geesten die komen om mensen  aan banden te leggen, te misleiden en kapot te maken. Mensen ontvangen lachen, schudden, schreeuwen, stuiptrekkingen, waarzeggen en vele andere soorten geesten op allerlei manieren. Een veel voorkomende manier waarop iemand deze geesten ontvangt, is wanneer hij bidt om de Heilige Geest of om een of andere gave van de Geest te ontvangen. Er kan gebeden worden door de persoon zelf in zijn privé omgeving, maar het kan ook dat anderen handen op hem leggen, waarbij die persoon zelf een kwade religieuze geest heeft (geesten die God, aspecten van Hem of aanbidding van Hem veinzen) en die komen in de Naam van de Heer Jezus Christus.

De waarheid is dat slechts enkelingen de Heilige Geest bezitten en nog minder hebben van God de gave gekregen om door bidden of preken de Heilige Geest op anderen over te dragen. We leven in een verschrikkelijke tijd vol religieuze chaos en valsheden. Alleen degenen die eerlijk en oprecht berouw hebben richting God, zullen zegevieren en de Heilige Geest ontvangen.

Laat de lezer gewaarschuwd zijn: bij de doop met de Heilige Geest komt de doop met vuur. God is een alles verslindend vuur; Hij zal beginnen je te reinigen en gaat werken aan je zondige aard totdat die niet langer in oppositie is tegen Hem. “Want iedereen zal met vuur gezouten worden”, zei Jezus.

Dit is geen plezierritje maar een pad van lijden en verdriet. (Laat je niet misleiden door het valse wat pretendeert dat het tegendeel belooft). Echter, wanneer de Heer klaar is, zal je rust hebben en heel erg blij zijn.

Laat me wat dingen ophelderen:

Er is maar één God, één Heer, één geloof, één doop.
De Heilige Geest is de Geest van God, is de Geest van Christus, is de Geest van de Zoon, is de Geest van de Vader. Er bestaat niet zoiets als het ontvangen van de Geest van Christus en daarna de Heilige Geest. De Heilige Geest en Jezus Christus zijn één en de zelfde persoon. Er is maar één God, die zich manifesteert op drie manieren, maar niet als drie personen.

Echter, simpelweg geloven in één God is nog geen garantie dat je op goede voet staat of geaccepteerd bent door God. Zoals Jakobus zegt: “U gelooft dat God één is, daar doet u goed aan. De demonen geloven dit ook en zij sidderen” (Jakobus 2:19). Ook de duivel weet dat er maar één God is, en niet een drie-eenheid.

Men predikt dat wanneer je je bekeert en Jezus in je hart of in je leven ontvangt, er verder niks meer te ontvangen valt.
Ze zeggen dat je geen andere ervaring nodig hebt wanneer je de Heer Jezus Christus in je leven hebt, omdat Hij alles is. Hoe waar! Het probleem zit ‘m er echter in het feit dat deze waarheid verkeerd wordt toegepast. Ik ken niemand die tot een relatie met de Heere Jezus is gekomen door Hem simpelweg te accepteren als zijn of haar persoonlijke redder.  Dat is een duivelse misleiding van de meest bedrieglijke soort, omdat het slachtoffer hierdoor valse hoop en valse zekerheid krijgt.

We kunnen de Heere Jezus als Redder helemaal niet vanuit ons zelf accepteren en ook niet afwijzen. Die macht bezitten we helemaal niet. Wie denken we wel dat we zijn?! We zullen moeten erkennen en ons moeten onderwerpen aan het feit dat Jezus Christus HEER is, in alles, volledig. Alleen dan zal Hij ons redden, of beter, onze Redder zijn (hoewel het onmogelijk is ons aan Hem te onderwerpen zonder Zijn reddende genade).

Velen zijn misleid door evangelisten en predikanten (soms beroemde) en denken dat ze een oprecht nieuw leven zijn begonnen in Christus, maar ze hebben slechts een psychologische verandering doorgemaakt. Dit kunnen indrukwekkende veranderingen in levensstijl zijn (in verschillende gradaties); net als vele mensen uit andere religies die Christus niet belijden als hun redder. Het punt is dat berouw over alle zonden en een onderwerping aan Jezus Christus als Heer het allerbelangrijkste zijn. En dat vereist oprecht geloof, en niet slechts een verbale formule.

Er zijn mensen die denken dat ze de Heilige Geest ontvangen hebben, terwijl ze alleen berouw hebben ervaren. Berouw hebben, is op zichzelf een ervaring die je leven verandert. Bij berouw is er een duidelijke, niet te ontkennen verandering in het leven van degene die berouw heeft. (Ik geef hier het voordeel van de twijfel aan enkelen die in ieder geval iets hebben ervaren).

Voordat ik de doop met de Heilige Geest had ervaren, geloofde ik niet echt dat ik de Heilige Geest al ontvangen had, ook al was mijn leven door berouw in vele opzichten drastisch veranderd. Toen ik bekeerd was, werd mij verteld dat ik de Heilige Geest ontvangen had, maar de Heer spoorde me stilletjes en zachtjes aan verder te gaan, ondanks dat anderen me ervan probeerden te overtuigen dat niet te doen. Meer dan anderhalf jaar later heeft Hij me geleid naar het punt waarop ik Zijn Geest ontving.

Degenen die echt berouw hebben, zullen niet misleid worden met denken dat ze meer hebben ontvangen dan ze daadwerkelijk hebben; ze zullen verder gaan en de Geest ontvangen, diep van binnen wetende dat er meer is. Ik vermoed dan ook, dat diegene die roept dat hij alles heeft, terwijl hij duidelijk de Geest niet heeft, überhaupt geen echt berouw heeft gehad.

In tegenstelling tot wat er aan mensen geleerd wordt, ontvang je, op het moment dat je berouw toont of bekeerd bent, niet meteen de Heilige Geest.

De bijbel is hier helder over:

De discipelen in de tijd van de Heer hadden berouw, maar werden pas gedoopt met de Heilige Geest tijdens Pinksteren. Men zou als argument kunnen geven dat ze de Heilige Geest nog niet konden krijgen omdat de Heilige Geest voorafgaand aan Pinksteren nog niet gegeven was.

Daarom nog een voorbeeld:

In Handelingen 8 predikte Filippus aan de Samaritanen die berouw hadden, geloofden en met water gedoopt waren. Demonen kwamen uit hen en ze uitten hun vreugde. Maar Petrus en Johannes moesten komen om handen op te leggen, zodat zij de Heilige Geest konden ontvangen, “Want Hij (en niet ‘het’, zoals sommige naar God refereren) was nog op niemand van hen neergedaald; zij waren alleen nog maar gedoopt in de Naam van de Heere Jezus.”

Het ging hier overduidelijk om twee spirituele gebeurtenissen voor de Samaritanen. Hun eerste ervaring was berouw, waarna zij later de Geest ontvingen. En ondanks dat Filippus vol geloof was en de Heilige Geest had, was het hem niet gegeven handen op te leggen bij de Samaritanen zodat zij de Heilige Geest konden ontvangen. Petrus en Johannes moesten dat doen.

Cornelius leefde al een Godvrezend leven vol berouw, voordat hij de Heilige Geest ontving.

Nog een voorbeeld:

In Handelingen 9 belijd Saulus, Jezus als Heer (niet als Redder), waarna hij drie dagen later de Heilige Geest ontving door handoplegging van Ananias. Opnieuw zien we hier twee aparte gebeurtenissen, de een berouw en de andere het ontvangen van de Geest.

Vaak wordt beweerd dat alleen apostelen de volmacht hadden handopleggingen te doen zodat mensen de Heilige Geest konden ontvangen en dat dit de reden is waarom ze dat deden bij de Samaritanen. Maar Ananias was niet een van de apostelen, ten minste niet dat ons verteld wordt! Dus het argument tegen de validiteit van het ontvangen van de Heilige Geest in onze tijd is onjuist. Zij stellen dat vandaag de dag geen extrabekering bestaat, omdat het alleen de apostelen waren die handopleggingen konden doen waardoor mensen de Heilige Geest ontvangen (aannemend dat er tegenwoordig geen apostelen meer zijn – de bijbel zegt overigens niet dat die er niet zijn).

In Handelingen 10 wordt Cornelius beschreven als een man vol berouw, voordat hij de Geest ontving. Velen die geloof belijden zouden te schande gebracht worden in vergelijking met hoe hij zich gedroeg voorafgaand aan zijn doop. Merk op: “Een vroom man, die met heel zijn huis God vreesde, veel aan liefdadigheid deed en voortdurend tot God bad”.

”Hij vastte, zag visioenen, sprak God aan als Heer, werd geprezen door de engel van de Heer, gehoorzaamde in zijn geloof (hij stuurde meteen zijn mannen naar Joppa), ontving een man van God (Petrus) en was vurig voor alle dingen van God. (Voor degenen die denken dat Cornelius geen berouw had, in vergelijking met hem, hoe goed denken zij dat ze het zelf doen?  ) Terwijl hij al een Goddelijk leven leidde, ontving Cornelius de Geest. En de bediening van iemand anders was nodig om hem de Geest te doen ontvangen; zelf kon hij het niet doen.

Nog een voorbeeld;

In Handelingen 19, jaren nadat ze berouw hadden, ontvingen de discipelen uit Efeze de Heilige Geest, door handoplegging van Paulus.

In bovenstaande voorbeelden toon ik aan dat er een tweede stap in de spirituele reis met God is, zoals opgetekend door meer dan twee of drie getuigen in de bijbel. (Er is zelfs een derde stap – lees De Drie Graden en mijn getuigenis).

Voor sommigen kan het moeilijk zijn te accepteren dat, omdat zij nog geen doop in de Geest hebben mogen ontvangen, zij de Geest niet bezitten. Ze zeggen misschien “Ik heb de Geest wél, omdat ik weet dat ik berouw heb gehad.” Hierop zegt de bijbel: “De Geest is MET iemand (als diegene oprecht berouw heeft gehad), maar Hij zal IN iemand zijn, wanneer hij of zij gedoopt is met de Heilige Geest (Johannes 14:17).

Sommigen zeggen dat bij berouw Christus IN je komt wonen en wanneer je gedoopt wordt in de Heilige Geest, de Geest OP of OVER diegene komt. Dwaasheid! Als Christus IN mij is, waarom moet ik hem dan ook nog  OP mij hebben? Kan hij dan nog dichter bij komen dan wanneer hij al IN mij is?

De nieuwe geboorte en het ontvangen van de Geest zijn één en dezelfde gebeurtenis.

Er zijn ook mensen die zeggen dat bij bekering (berouw) we de Geest van Christus ontvangen en bij de doop met de Heilige Geest, dat we de Heilige Geest ontvangen. Op deze manier geven zij het verschil aan tussen de twee, maar ik heb al gezegd, er zijn er geen twee.

Ook wordt beredeneerd dat de doop met de Heilige Geest voor een speciaal ambt is. Hoewel het een zegening is, omdat God in diegene komt wonen, is het nog geen zalving om te gaan verkondigen. De bijbel laat namelijk zien dat sommigen, lang nadat ze de Geest ontvingen, vervolgens gezalfd werden om te gaan verkondigen. Paulus en Barnabas zijn hier voorbeelden van (Handelingen 13:2-4).

Een ander voorbeeld is waar de zeven mannen gekozen werden om te dienen in de dagelijkse dingen. Toen de heiligen hen uitkozen, waren zij reeds vol van de Heilige Geest (dat was zelfs één van de kwalificaties om ze te kiezen). De apostelen legden vervolgens handen op hen, speciaal voor die roeping (Handelingen 6:1-6). Paulus instrueerde Timothëus om de gave van profeteren niet te verwaarlozen, een gave die aan hem was gegeven door handoplegging van de ouderen (1 Timothëus 4:14). Voordat hij gezegend werd voor zijn speciale roeping, was Timothëus, Paulus’ zoon in het geloof, geboren in de Geest via Paulus (1 Timothëus 1:2).

Dat brengt ons op een andere term die gebruikt wordt voor het ontvangen van de Geest, controversieel, omdat vandaag de dag zoveel valse leren overheersen:

Timothëus was WEDERGEBOREN als zoon in het geloof, waarmee bedoeld wordt dat hij was gedoopt met de Heilige Geest door de zegening van Paulus (en later door de ouderen voor zijn roeping om het evangelie te verkondigen). De nieuwe geboorte en het ontvangen van de Geest zijn één en dezelfde gebeurtenis.

Jezus zei: “Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest. Verwonder u niet dat Ik tegen u gezegd heb: U moet opnieuw geboren worden” (Johannes 3:6-7).

Nadat ik mijn zonden had belijd  en een nieuwe lease op het leven had ontvangen, begreep ik sommige dingen van God anders dan daarvoor. Maar ik kon nog steeds het Koninkrijk van God niet zien. Ik ben Daar pas in pas binnen gegaan, nadat ik de Geest ontvangen had.

Wat zijn de bewijzen dat je de Geest ontvangen hebt? Ten eerste is dit iets dat de Heer moet openbaren. Vanaf de buitenkant kan je dat niet beoordelen. De vruchten van berouw en een leven dat veranderd is en waarin Jezus als Heer wordt beleden, laat sommige geloven dat ze de Geest ontvangen hebben (waarbij het valse zich voor kan doet als echt). Maar bezien met het onderscheidingsvermogen van God, zijn dit de indicaties:

Er is een oprechte honger naar en vreugde voor de waarheid in de Bijbel. De Bijbel zal vrijwel meteen tot leven komen voor diegene die de Heilige Geest ontvangen heeft. Er zullen zich openbaringen aandienen; de bijbel zal zich openen aan de lezer, niet perse in alle, maar in sommige of vele dingen.

Gaven gaan zich manifesteren, zoals die beschreven staan in 1 Korintiërs 12. Deze gaven moeten door anderen (ouderen) beoordeeld worden of ze van God zijn of vals, emotioneel of ingebeeld.

Er is begrip voor de dingen van de Geest. Als iemand vol van berouw, kende ik de Wet, maar niet de Geest; ik deelde pamfletten uit en wilde getuigen, maar ik had totaal geen idee van geleid worden door de Geest. Ik werd verleid of misleid door religieuze valstrikken en het doen van religieuze dingen. Omdat ik geen onderscheidingsvermogen bezat, kon ik de dingen van de Geest niet beoordelen en daardoor kon ik vals niet van echt onderscheiden.

Ik werd daarbij overweldigd omdat ik dacht dat ik door heel veel heen moest ploeteren om kennis en waarheid te verzamelen. Waar moest ik beginnen? En met maar één leven, of eigenlijk nog maar een half leven, welke van de miljoenen boeken moest ik gaan lezen, wanneer, waar, hoe? En uit die duizenden verschillende meningen, allemaal claimend dat zij in de naam der Waarheid spraken, maar elkaar allemaal tegenspraken, hoe moest ik weten wat ik moest geloven? Calvijn of Armenius? Luther of Zwingli? Billy Graham of Jimmy Swaggart? Pinkstergemeenten of Baptisten?

Ik begon te onderscheiden tussen goed en kwaad, tussen religieus en echt.

En toen ontving ik de doop met de Heilige Geest. Dat was de oplossing! Ik was vrij, vrij vrij! Kennis van De Waarheid zat nu vanbinnen. Zoals de Bijbel zegt:

“Maar jullie zijn allemaal gezalfd door de Heilige Geest. Jullie kennen De Waarheid” (1 Johannes 2:20 BB ).

“Maar jullie zijn gezalfd met de Heilige Geest. En Hij woont in jullie. Het is niet nodig dat iemand jullie leert wat God van jullie wil: de Heilige Geest leert jullie alles. Wat Hij zegt, is De Waarheid. Hij liegt niet. Daarom moeten jullie één met Hem blijven, zoals Hij jullie heeft geleerd.” (1 Johannes 2:27 BB).

Ik gooide alle boeken weg behalve de Bijbel en vanaf dat moment las ik uren en uren. Ik ging onderscheiden tussen goed en kwaad, tussen religieus en echt, tussen het werk van de duisternis in Jezus’ Naam en het werk van God, tussen mensenwerk en het werk van God, tussen wat de Bijbel écht zegt en wat mensen zeggen dat erin staat, tussen duivels leren en de leer van Christus. De Heer openbaarde mij het gist van de Farizeërs waarmee het hele Christendom is doortrokken.

Je hoort de Stem van God! Toen ik de Geest ontvangen had, hoorde ik Hem persoonlijk tegen mij spreken. Hij sprak niet tegen ‘mijn hart’ zoals mensen die zeggen te geloven, al hopend, claimen. Hij sprak tegen mij! Het waren geen impressies of gevoelens. Het was: “Zo zegt de Heer”! Het bleef niet alleen bij de openbaring van bijbelverzen, hoewel dat ook gebeurde, Hij sprak rechtstreeks en persoonlijk met mij. En van tijd tot tijd sprak Hij ook tot mij via anderen, wanneer Hij dat wilde, door profetiën, visioenen, tongen, wijsheid en kennis. Kortom, de Heer werd echt voor me.

De Geest getuigt aan onze geest dat wij de kinderen van God zijn. Hij getuigt van ons aan anderen, dat wil zeggen, aan anderen die ook Zijn kinderen zijn. Hij getuigt aan iedereen die van Hem is.

De kinderen van God worden geleid door de Geest van God. De Heer leidde ons nu, daar was geen enkele twijfel over. Hij leidde ons zowel bewust als onbewust, maar voornamelijk onbewust. Vaak waren we ons onbewust van iets tot nadat het had plaats gevonden of was geopenbaard. Daarna werd duidelijk dat Hij ons al die tijd geleid had. Nu, 34 jaar later, weten we dat God soeverein is en de leiding heeft.

Ik weet wie de Geest hebben en wie Hem niet hebben. Ik weet wie van Hem zijn en wie niet, ik weet dat doordat ze me horen of niet, ze me begrijpen wat betreft de basics van God, of niet. “Daarom spreken zij de taal van de wereld en de wereld luistert naar hen. Wij komen uit God voort, wie God kent, luistert naar ons. Wie niet uit God voortkomt, luistert niet naar ons. Hieraan kunnen we de Geest van De Waarheid en de geest van de dwaling kennen” (1 Johannes 4:5-6).

Johannes citeert Jezus:

“Waarom begrijpt u niet wat ik zeg? Omdat u Mijn woorden niet kunt aanhoren. Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar. Hij hoort niet bij de Waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen. Maar Mij gelooft u niet, want Ik spreek de Waarheid. Kan een van u Mij van zonden beschuldigen? Als Ik de Waarheid spreek, waarom gelooft u Mij dan niet? Wie van God is, luistert naar de woorden van God. U luistert niet omdat u niet van God bent” (Johannes 8:43-47).

Johannes zei ook:

“De Geest van God herkent u hieraan: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, komt van God. Iedere geest die dit niet belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, komt niet van God, dat is de geest van de anti-christ, waarvan u hebt gehoord dat hij zal komen – nu al in de wereld is” (1 Johannes 4:2-3).

Als mensen mij in de Heer ontvangen, weet ik dat ze van God zijn, want ik kom in Zijn Naam, en spreek volgens Zijn wil. Als ze het Lichaam van de Heer niet kunnen onderscheiden, als ze niet zeggen, “Gezegend is degene die komt in de Naam van de Heer,” dan zijn ze niet van God. Zo simpel is het.

Jezus zei, “Aan hun vruchten zal je ze herkennen.”

Het valse gebruikt dit als een stok (ook al bedekken ze ‘m soms lichtjes), om het echte mee om de oren te slaan en in discrediet te brengen. Ze verwachten dat het echte er het zelfde uitziet als het valse waarmee ze zo vertrouwd zijn. In Galaten lezen we dat de vruchten van de Geest liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing zijn. De hoerenkerk (de formele, geïnstitutionaliseerde religies) houdt vooral van het woord ‘liefde’. In Spreuken 7:18, zegt mysterie, het grote Babylon, de grote de hoer, de vreemde vrouw: “Kom laten we dronken worden van liefde”. Hollywood predikt dit zelfde concept. De wereld houdt van haar eigen mensen, zei Jezus.

Zie ook onze sectie Valse liefde – de duivel’s laatste vesting.

De liefde zoals je die ziet in nominaal Christendom is wereldlijke liefde (het soort liefde wat je daar tegenkomt). Glimlachen kost niks, handen schudden is makkelijk, vlijerijen zijn aangenaam voor zowel gever als ontvanger; de Bijbel citeren en getuigen, geeft aanzien, respect en hopelijk beloning. Zeggen: “Ik hou van Jezus” maakt indruk. Maar Jezus zegt, “Wie mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft mij lief” (Johannes 14:21). Iemand die echt van Jezus houdt, loopt niet rond te bazuinen dat hij van Jezus houdt. Dat doet hij niet omdat dit opschepperij zou zijn; iemand die van Jezus houdt, schept niet op over zichzelf.

Wie draagt de vruchten van de Geest? Alleen de Geest maakt dit aan je bekend.

Jezus wordt de Prins van de vrede genoemd, maar zou je dat denken van Degene die omschreven wordt als een Man die bekend is met verdriet, die weet wat lijden is, van Wie men hun gezicht afkeerde (Jesaja 53:1-5)? Zelden wordt er gesproken over Jezus die vreugdevol was, vaak wordt vermeldt dat Hij boos was, gefrustreerd, huilend. Bezat Hij geen  vreugde? Lezer, het leven van een gelovige is verborgen in Christus – de vruchten van de Geest zijn verborgen voor het vleselijke oog; echter de hoer pronkt met het vleselijke, zij verkondigt het als de waarheid; ze misleid de simpele en onwetende mens.

Ga jij ervanuit dat je de vruchten van de Geest bezit en in staat bent deze te onderscheiden in anderen? Vertel ons eens, houd jij je aan de Geboden op een manier waarop de rijke jonge regeerder dat niet kon? Zit er waarheid in jou? Je citeert Galaten 5:22-23, maar hoe zit het met Efeziërs 5:9-10? “Want de vrucht van de Geest is in alle goedigheid, en rechtvaardigheid, en waarheid, beproevende wat de Heere welbehagelijk zij”, niet “aan mens” maar “aan God”. Lees een paar keer zorgvuldig Efeziërs 5:1-18 door en weet dat de “wijn” datgene is wat de hoer geeft. Wie bezit de vruchten van de Geest? Je zal ze  alleen herkennen in de Geest en niet aan hoe het overkomt.

Heb jij tijdens het lezen van wat hier tot nu toe is geschreven, je geliefde doctrines, vooringenomen ideeën en vooroordelen op zij weten te zetten? Dan  komen we nu aan bij deze heel belangrijke vraag: HOE ONTVANG IK DE GEEST VAN GOD? of HOE KAN IK WEDERGEBOREN WORDEN? Merk op dat Jezus aan Nicodemius nooit speciale instructies gaf. Ik geloof dat dit zo is, omdat het niet echt de goede vraag is. Het zou eerder moeten zijn, ZAL GOD MIJ GRAAG ZIJN HEILIGE GEEST GEVEN?

Zo ja, dan zal het “hoe” door Hem samengebracht worden, net zoals het ging in de gevallen die we in Handelingen lezen. Het gaat om Zijn timing, plaats en instrumentaria. Hij is soeverein. Het is God die over alles regeert ,alles bepaalt en alle dingen naar Zijn eigen wil besluit.

Ondanks dat, zal ik een aantal cruciale omstandigheden aanwijzen die aanwezig dienen te zijn om Zijn Geest te ontvangen. Er is geen formule, het gaat om het juiste hart. Hier zijn sommige voorwaarden zoals de Bijbel die stelt, die zullen garanderen dat de Geest van God ontvangen zal worden. Toen mijn vrouw en ik de Geest ontvingen, bidden we met de voorwaarden die door R.A. Torrey in een boekje genaamd “The Baptism with the Holy Spirit” (nl: “De Doop met de Heilige Geest”).

Dit zijn ze:

Heb berouw. Keer je af van alle zonden. Het eerste gebod in de gospel is, “heb berouw”. Erken iedere zonde en belijd die, of het nou een zonde is die je begaan hebt, een daad die je achterwegen hebt gelaten, een zondige houding, woord, daad, verlangen of gedachten.

Herstel moet volledig gegeven worden aan degene die benadeeld is. Verontschuldigingen is in veel gevallen niet genoeg. Hoe zit het met de spullen die zij verloren hebben, vrede, vrijheid of algeheel welzijn? Bij de wet, draagt God ons op dat in sommige gevallen het viervoudige teruggegeven moest worden ter compensatie. Hoever boven de wetten van de mens staan de Wetten van God? Als je hoopt God te ontvangen, bereid je dan maar beter goed voor op Zijn heilige Wetten.

Biecht op. Het is niet genoeg om het naar God te fluisteren. Als je publiekelijk zonden begaan hebt, dan moet berouw en opbiechten ook publiekelijk gebeuren. Als je iemand op een nare manier, zonder reden, publiekelijk in verlegenheid hebt gebracht, moet je het ook publiekelijk rechtzetten, vrijwillig.  Biecht andere zonden op aan een man van God, zoals ze ook hun zonden opbiechtten aan Johannes de Doper of aan de juiste personen. Wanneer je verborgen overspel in je hart hebt begaan richting je vrouw, moet je dat aan haar opbiechten – in detail.

Het opbiechten van zondes moet altijd specifiek gebeuren – niks dat gedoe van “ik ben oneerlijk geweest”. Nee, hoe was je oneerlijk, waarom, met wie, in wat, wanneer, waar? Zorg dat je oprecht bent, dat je echt bent. Je kan God niet voor de gek houden; je kan niet een Heilige, Perfecte God tevreden stellen met halfslachtigheid of hypocrisie. Je zal Hem alleen maar doen walgen en mogelijk ontlok je woede inplaats van het goede.

Vergeef. Je moet andere hun overtredingen tegen jou vergeven, anders worden jouw eigen overtredingen je ook niet vergeven worden. Al die overtredingen zijn tegen God zelf evenals tegen je naaste.

Keer je naar de Heere Jezus Christus. Zijn sommigen in de wereld niet gestopt met roken, drinken of vloeken? Hebben anderen hun leven niet omgekeerd bij het verlaten van de gevangenis of na boetes? Hebben sommige geen indrukwekkende veranderingen in levensstijl ondergaan toen ze van religie veranderden of toen ze gingen geloven in iets anders dan in Christus? Zeer zeker! Maar als het de Geest van God in jou is, waar je naar verlangt, dan moet het de Heere Jezus Christus zijn, waar je je naar toekeert in je berouw. Alleen Jezus Christus is Heer der Heren, Redder, God Zelf. Hij alleen heeft Zijn leven voor ons neergelegd en het weer opgenomen zodat Hij, als God zou komen en verblijft in degene die Hem ontvangen – niet alleen als Redder, maar ook als Heer.

Als we ons onderwerpen aan Hem als Heer, dan redt Hij ons. Die aanname van “het accepteren van Jezus als onze persoonlijke Redder” is duivelse misleiding. Het is een misleiding die valse zekerheid en vals geloof aanmoedigen. Het eerste wat Saul zei bij zijn bekering was niet: “Jezus, ik aanvaard U als Redder in mijn hart”, maar “Wie bent U, Heer?” en “Heer, wat wilt U dat ik doe?”

When we submit to Him as Lord, He saves us. This notion of “accepting” Jesus as personal Saviour is diabolical heresy. It is delusion fostering false security and false belief. The first thing Saul said at conversion was not, “Jesus, I accept you as Savior into my heart,” but, “Who are You, Lord?” and, “Lord, what will You have me to do?”

De eerste uitspraak zegt: “Jezus, mijn wil geschiede. Ik wil hebben”. De laatste uitspraak zegt: “Heere Jezus, Uw wil geschiede, ik onderwerp me aan U; ik vrees U; mijn leven is niet langer van mijzelf maar van U”. Het eerste lijkt ietwat op het laatste, maar het is niet het zelfde. De eerste uitspraak is de vrucht van een religieus, zichzelf rechtvaardigende rebel die de Naam van de Heer misbruikt en zichzelf verdoemt en een voertuig wordt voor anderen om ervan te drinken ter zelfder einde. Zij worden Godslasterende kinderen uit de hel, kwaadaardig in valse deugdelijkheid. Het komt allemaal neer op motief, en God ziet het hart.

Dus, om de doop in de Heilige Geest te ontvangen, moet iemand zich eerst onderwerpen aan de Heere Jezus in berouw en niet middels een “accepteren” van Hem als Redder.

Identificeer je met de Heer Jesus Christ.

Hoewel we geleerd hebben dat waterdoop niet langer nodig is in deze Grote Dag van de Heer, even als besnijdenis en andere gebruiken en rituelen die tot een eind zijn gekomen in andere tijden, dat wat door waterdoop gesymboliseerd wordt, is niet alleen noodzakelijk, het is het werk van God in de ziel van een gelovige. Alle gelovigen zullen uiteindelijk zeggen: “Waar U gaat, ga ik, zelfs in de dood als het zo moet zijn”. En zo moet het zijn, rechtsom of linksom. We moeten allemaal sterven om Hem te volgen.

Gehoorzaam.

We moeten bereid zijn om wat er ook van ons verlangd wordt, dit te doen. We kunnen niet langer aan het onnozele idee vasthouden dat ons leven van onzelf is. Zelfs voor dat we tot geloof kwamen, ons leven was nooit van ons. Alles is van Hem, punt uit. We moeten dit volledig accepteren. We moeten alles achter ons laten wat tussen ons en de Heer in staat.

Zodra je je toewijdt aan de Heer, zal de wereld, de duivel en je eigen ik zich onmiddellijk tegen deze zet keren. Je familie zal zich tegen je keren, evenals je vrienden en andere religieuze organisaties, inclusief jouw kerk. Je zult er verbaasd achter komen hoe weinig vrienden je werkelijk had en dat niets is zoals het lijkt. Ben je daarop voorbereid?

Het is niet alleen zonde die je achter je gelaten moet worden, maar ook goede dingen – moeder, vader, vrouw, kinderen, broers, zussen, vrienden, land, huizen, dromen, doelen, rijkdom, dingen waar je denkt recht op te hebben en roepingen. Alles moet worden achtergelaten. Paul zei dat hij alles had verloren en dat hij het als bagger zag vergeleken bij het majestueuze van het kennen van Jezus Christus, zijn Heer.

Er heerst het kwaadaardige idee dat Jezus het allemaal al heeft gedaan voor ons en dat het enige wat we hoeven doen, is te geloven. Maar de Bijbel is heel helder in haar leer dat we Hem buiten de stad moeten volgen, buiten het kamp; we moeten alles achter ons laten, niet alleen theoretisch of intellectueel, maar in realiteit. We worden geroepen om het kruis op te nemen en aan onszelf te sterven, wat betekent dat we niet langer leven om onszelf te plezieren en te doen wat ons goed uitkomt.

Ben bereid vervolgd te worden.

“Allen die vroom en in eenheid met Christus Jezus willen leven, worden vervolgd” (2 Timoteus 3:12).

Bijna elke “gelovige” die zegt te geloven, wordt niet vervolgd en lijdt geen verliezen. Daar is slechts één reden voor. Ze bezitten niet het leven dat ze zeggen te bezitten in Christus. Voor het overgrote gedeelte, hoewel sommige aspecten wellicht veranderd zijn, vervolgen ze hun leven zoals ze dat gewend waren, met familie, vrienden, banen, clubs, entertainment in alle aarden. Zelfs hun kerken blijven behoorlijk comfortable in deze wereld.

“Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het behouden” (Matheus 16:25).

Is er iets in je leven, hoe goed het ook mag zijn, dat belangrijker is voor je dan God? Werkelijk? Zo ja, zul je niet gedoopt worden met de Heilige Geest. Wat heeft God met afgoden te maken?

Heb intens verlangen.

God spuugt de lauwwarme uit zijn Mond; de halfslachtige eert Hij niet. “Je zult mij zoeken en vinden als je Me met heel je hart zoeken”, zegt God via Jeremia. Deze wet is absoluut, zonder uitzonderingen.

De weduwe die schadevergoeding zocht, zou gefaald hebben als ze niet in alle oprechtheid had volhard (Lucas 18:1-8). Het zelfde geldt voor iedereen voor wie deze parabel is verteld. Bereken de kosten en ben bereid te betalen, want betalen zul je. Dit is geen uitnodiging voor een picknick, maar voor je kruis en graf. Waarachter opstanding en glorie liggen, de zekere beloning voor iedereen die overkomt tot het eind.

Vraag.

“U verlangt naar iets, maar krijgt het niet” zei Jakobus (4:2).

Jesus zei: “Dus, al ben je slecht, je geeft je kinderen toch wat ze nodig hebben. Hoeveel te meer zal je Hemelse Vader de Heilige Geest geven aan wie Hem daarom vragen?” (Lucas 11:13).

We vragen met ons hart en niet met onze mond. Ik ken mensen die gevraagd hebben om de Heilige Geest, maar ze ontvingen ofwel niks, of ze ontvingen duivels. Hoewel sommige om iets goeds lijken te vragen, vragen ze feitelijk om iets slechts.

Een Amerikaanse predikant kwam ooit naar Winnipeg en predikte “genezing en redding”. Een vriend van me ging erheen en zag deze predikant voor iemand bidden om zijn benen weer gelijk te maken, terwijl die persoon in een stoel zat met een been verder uitgestrekt dan het andere. Het korte been leek te groeien tot de zelfde lengte als het andere been. Toen mijn vriend hiervan onder de indruk was, vroeg de predikant hem of hij ook zoiets zou willen kunnen. (Doet je dat niet denken aan Simon uit Handelingen 8 minus het geldaspect? Behalve dan dat deze predikant, in tegenstelling tot Petrus, bereid was om zijn krachten te verkopen, gezien het feit dat hij collecteerde).

Men  vraagt met het hart, en het hart is wat beantwoord wordt.

Het leek mijn vriend wel wat; de predikant legde zijn handen op hem en bad dat hij vervuld zou worden met de Heilige Geest. Mijn vriend “viel in de geest“; hij viel op de grond en rolde rond in extase, wat wel uren leek te duren. Hij sprak van overweldigende liefde voor iedereen, vol vreugde en vrede.

Daarna, beste lezers, was hij helemaal van de Satan. Hij had zijn ziel aan de Duivel verkocht en wel in zeer reële termen. Hij zocht niet de Heere Jezus Christus, maar kracht, glorie en roem (net als Judas had gezocht) en hij dacht dat deze predikant dat bezat. Hij sprak van Jezus en prijsde Hem (ja zeker, zij die van Satan zijn, prijzen Jezus, en luidkeels ook, met glimlach en opgeheven handen – zei Jezus niet, “Deze mensen eren mij met mooie woorden, maar in hun hart willen ze niets met mij te maken hebben.”

Hij bad in tongen, profeteerde en legde handen op mensen om ze te genezen en te bevrijden van duivels. Hij werd pastoor van een kerk en reisde rond om samen met andere predikanten te prediken. Maar hij was volledig Satan’s eigendom en was een stevige tegenstander van de Heere Jezus Christus, terwijl het leek of hij Hem liefhad en ten dienste stond. Men vraagt met het hart, en het hart is wat beantwoord wordt.

Geloof.

“Dus, al ben je slecht, je geeft je kinderen toch wat ze nodig hebben. Hoeveel te meer zal je Hemelse Vader de Heilige Geest geven aan wie Hem daarom vragen?” (Lucas 11:13).

In 1 Johannes 5:14-15 lezen we, “Wij kunen ons vol vertrouwen tot God wenden in de zekerheid dat Hij naar ons luistert, wat we Hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen, wat we Hem gevraagd hebben.”

Jezus zei, “Alles is mogelijk voor wie gelooft.”

Alle dingen van God werken door middel van geloof. Zonder geloof is het onmogelijk Hem vreugde te geven. Degenen die signalen verwachten zullen die krijgen, maar niet van God, Die geen tekens geeft behalve de Ene over wie Hij sprak. Ander tekens zijn van de duivel voor de opstandige mens.

Verdere overwegingen

Is tongen het teken de Geest ontvangen te hebben?

Er zijn mensen die anderen leren dat de gave van tongen hét teken is de Geest van God ontvangen te hebben. Dit is niet waar. Hoewel in de bijbel beschreven staat dat tongen zich manifesteerde voor de 120 tijdens Pinksteren, voor Cornelius en zijn huishouden toen zij de Geest ontvingen, en voor de Efezische discipelen in Handelingen 19; tongen staat niet beschreven voor de 3000 in Handelingen 2, voor Saulus (Paulus) toen hij de Geest ontving via Ananias, noch voor de Samarianen in Handelingen 8 toen zij tot geloof kwamen door Filippus en de Geest ontvingen via Petrus en Johannes.

Niet alleen tongen werd genoemd toen de Efezen de Geest ontvingen in Handelingen 19, maar ook het profeteren. Tijdens Pinksteren getuigde Petrus over die gebeurtenis zoals voorspeld was door Joël; terwijl Joël dromen, visioenen en profeteren noemt (allemaal tekenen van de uitstorting van de Geest), tongen noemde hij niet. Als tongen hét teken zou zijn van het uitstorten van de Geest, zou men verwachten dat hij dit genoemd zou hebben.

Ik zeg niet dat een gelovige nooit in tongen zal spreken. Vroeg of laat zullen allen die met de Heilige Geest gedoopt zijn in tongen spreken, en alle andere gaven zullen zich manifesteren naar gelang de Geest dat wil. Maar Paulus zegt dat tongen de minste van alle gaven is. Waarom zou God dan tongen als hét zegel van authenticiteit kiezen, en niet een belangrijkere gave?

Stand houden tot het Eind

Paulus zei, “Iemand die zich niet laat leiden door de Geest van Christus behoort Christus ook niet toe” (Romeinen 8:9).

Je kan daarom concluderen dat ik zeg dat wanneer iemand niet gedoopt is in de Heilige Geest, dat die persoon dan niet gered is en niet van Christus is. Dat is waar! Wat ik zeg, is dat wanneer een persoon de Geest uiteindelijk niet ontvangt, dat elk geloof of berouw tot dan toe, van weinig waarde is. Ik zeg weinig waarde, omdat er wel waarde is in het wegdoen van de cigaret of de drank, ook al wordt men niet gered. “Maar wie stand houdt tot het eind zal gered worden” (Mattheus 24:13).

Berouw is de allereerste stap in de richting van redding, een absolute voorwaarde voor het ontvangen van de Geest. Er staat dat God de Heilige Geest geeft (wat betekent dat Hij Zichzelf geeft of Zichzelf commiteert) aan degenen die Hem gehoorzamen (Handelingen 5:32). De discipelen hadden Zijn Geest niet voor Christus’ wederopstanding. Waren ze daarom niet van Hem? Ja en Nee. Als ze zich hadden afgekeerd en de Geest niet hadden ontvangen, zoals het geval was met Judas en de zeventig anderen, dan zouden ze niet van Hem zijn geweest. Ze moesten verder doorgaan.

Maar de discipelen zijn gekozen – ze kwamen tot inkeer en gehoorzaamden vanuit geloof. Anderen geloofden, maar hun geloof was leeg. Lees Johannes 2:23-24; 7:2-10; 7:31; 8:30-59; 12:42-43; Handelingen 8:13-23; 1 Korintiers 15:2.

Aan deze bijbelse getuigenissen kan men zien dat geloof niet zo simpel is als deze bedriegers het doen overkomen en waarmee ze simpele zielen misleiden. Redding begint met berouw, maar men is niet gered, tenzij men de Geest van Christus ontvangt en van daaruit volhardt tot het eind.

Conclusie

De wereld is overspoeld met het werk van mensen, in de Naam van de Heere Jezus Christus, en al dat werk vindt Hij afschuwelijk. Iedereen die deelneemt aan die werken, zal lijden, tenzij ze berouw tonen en hiervan bevrijd worden. De woede van God ligt op alle kerkelijke instellingen, diensten, bouwprojecten, kruistochten en religieuze  activiteiten die pretenderen Hem te dienen. Lees Counterfeit Christianity (Vals Christendom), The True Marks of a Cult (De Echte Kenmerken van een Cult) en Mystery’s Message (Mysterie’s Boodschap).

Ga er niet zomaar vanuit dat jouw interpretatie van wat ik hier zeg correct is. In vele gevallen zal dat zeker niet zo zijn. Er is openbaring van God nodig en dialoog met iemand die het begrijpt, om zelfs maar de simpelste verklaring te begrijpen.

Het is God die het werk doet.

“Want het is God die zowel het willen als het handelen bij u teweeg brengt, omdat het Hem behaagt” (Filippenzen 2:13).

Hij is degene die roept en kiest. Dat Zijn wil en niet de onze gedaan mag worden. Amen!

Victor Hafichuk

*Naar de doop in de Heilige Geest of de nieuwe geboorte wordt in de Bijbel verwezen als “de Belofte van de Vader” (Lucas 24:49; Handelingen 1:4), “De Heilige Geest komt neer op” (Handelingen 1:8, 19:6), “Door de Geest ingegeven” (Handelingen 2:4), “de gave van de Heilige Geest” (Handelingen 2:38), “ontvangen van de Heilige Geest” (Handelingen 8:15-17), “neerdalen van de Helige Geest” (Handelingen 10:44), en “gedoopt in een Geest en daardoor een lichaam geworden” (1 Korinthiërs 12:13).